Wie kent isabel beter

1: Altijd warm of altijd koud

2: Altijd op de grond slapen of zonder deken

3: Mijn haar kort en altijd los of me haar lang en altijd vast

4: Wat is mijn lievelingskleur

5: Mooi en arm of lelijk en rijk

6: Wat is mijn lievelingsvak op school

7: Super mooie kamer en zelf lelijk of super mooi en super lelijke kamer

8: Altijd kleding dragen wat een ander mooi vind en zelf lelijk vind of dragen wat je zelf mooi vind en een ander lelijk