Man 3

1: Blake en Mouton laten in hun leiderschapmodel zien dat leiderschap niet één dimensionaal. Zij zetten leiderschapstijl in het perspectief van enerzijds productie- en taakgerichtheid en anderzijds mensgerichtheid. Stijl 5.5 (Gulden middenweg) richt zich op:

2: William Reddin heeft een dimensie toegevoegd aan het Leiderschapsdiagram van Blake en Mouton. Redding voegde de dimensie toe?

3: Activiteiten die worden uitgevoerd om bepaalde productiefactoren in stand te houden zoals het managen van personeel, de financiën en de informatie systemen benoemen we als:

4: In de basis van de bedrijfsprocessen zijn de elementen: arbeid (mensen), natuur (grond- en hulpstoffen), kapitaal (macht) en informatie (bijv. Benchmark) belangrijke aspechten van het proces. Deze elementen zijn onderdeel van?

5: Bestuurlijke taken. Tot de bestuurlijke taken worden de taken gerekend als de strategievorming, de planning, de structurering en de procesbeheersing. Onder planning wordt verstaan?

6: In de organisatiestelsels onderscheiden we 2 hoofdvormen. Het mechanistische organisatiemodel en het organistische organisatiemodel. Het mechanistische organisatiemodel wordt gekenmerkt door?

7: In de organisatiestelsels onderscheiden we 2 hoofdvormen. Het mechanistische organisatiemodel en het organistische organisatiemodel. Het organistisch organisatiemodel wordt gekenmerkt door?

8: Het bovenstaande figuur toont ons een klassieke lijn-staf organisatie. Wat is een belangrijk voordeel van de lijn-staf organisatie?

9: Een belangrijk element in het besluitvormingsproces is dat er keuzes gemaakt moeten worden. Om in staat te kunnen zijn het beste alternatief/ de juiste mening te kunnen selecteren moet je:

10: De benadering waarbij leden van het overleg staan voor hun eigen opvatting en totaal blind zijn voor de argumenten van anderen dan noemen wij deze benadering:

11: Het ontstaan van een grote “span of control” (grote span breedte) voor manager is te verwachten als organisaties werken aan het organisatie-idee van een:

12: Fiedler geeft in zijn theorie van leiderschapsstijlen aan dat het voor manager moeilijk is hun succesvolle managementstijl te veranderen juist ls de situatie daarom vraagt. Welke van de volgende 3 antwoorden beschrijft één van de leiderschapssituaties?

13: Het rationele-besluitvormingsproces kan gezien worden als het ideale model. Het is vooral heel goed toepasbaar in situaties wanneer: