hoofdstuk 10 en 11

1: Welke van de onderstaande stijlen is geen Copingsstijl?

2: Wat is een stereotype?

3: hoe beschrijf je het begrip opvoeding?

4: wat zijn de twee centrale dimensies van opvoeding?

5: wat is ondersteuning?

6: wat is controle?

7: Welke van de onderstaande keuzes is effectief voor een goede timemanagement?

8: Wat is het pygmalion effect?

9: Wanneer kan er een gezagsvacuüm ontstaan binnen een gezin?

10: Welk geslacht ervaart meer warmte, nabijheid, veiligheid en vertrouwen in hun vriendschappen?

11: Vrienden lijken vaak op elkaar, bij welke van de volgende eigenschappen zien we juist weinig overeenkomsten tussen vrienden?

12: Welk aspect zegt het meeste over de kwaliteit van een vriendschap?

13: Bij hechte vriendschappen tussen meisjes worden vaker negatieve effecten ervaren. Dit komt doordat de eens A/B/C snel overgebracht kan worden tot de ander

14: welke van de 5 is geen sociale statusgroep op school?

15: wat is de oorzaak voor blijvende sociale verwerping?

16: Wat is pesten?

17: Welke 2 factoren bepalen de invloed van de vriendengroep op het functioneren van de jongeren?

18: Wat is een vriendengroep volgens dhr Brown?

19: Wat is inductie